Er zijn momenteel 150 vluchtelingen in Bakel. Velen zijn pas sinds december in ons land. Ze komen overal vandaan, maar vooral uit landen waar het oorlog is: Syrië, Soedan, Jemen, Eritrea, Irak, De meesten spreken Arabisch. Het zijn de zo gevreesde jongemannen, maar de manager in de Beek vertelde mij: ‘geef mij maar jongemannen, gezinnen met pubers, die zijn erg!’ De manager zei ook dat die mannen zeer respectvol waren tegen de vrouwen die in die opvang werken. Het zou overigens ook vrij stom zijn als ze van alles uithaalden. Vrijdag vertrekken ze alweer; ik weet niet waarheen.
Er is in Bakel nu weinig reuring over deze mensen. Er is ook geen enkele wanklank geweest. Het is heel anders dan toen er een AZC werd aangekondigd voor 300 asielzoekers. Ik denk met enige schaamte terug aan die tijd. Nu zie ik gelukkig een andere kant van Bakel. Ik zie de buurt rondom de Beek waar met Oudjaar ouders met hun kinderen oliebollen kwamen brengen en hoe blij de gasten ermee waren. Ik zie mensen intensief bezig met taalles; op de tafels staan grote schalen met oliebollen, gebakken en bezorgd door Musis Sacrum. Ik zie onze Jeu-de-Boulesvereniging Du-Tjut die een aantal keren hun binnenbanen ter beschikking stelden voor de asielzoekers. Ik zie de leden van die vereniging in hun hal om te helpen bij het leren van dit spel om vervolgens enthousiast mee te doen. Ik zie blije gezichten van asielzoekers die zo een fijne middag hadden. En als we met die mensen teruglopen naar de Beek komen er verhalen. Verhalen over een vrouw en kleine kinderen die nog in Gaza zitten. En in de Beek stond Kunst en Vermaak klaar om te zingen voor de gasten. Zij kregen een dankbaar applaus. Mensen hadden genoten en na afloop was er koffie. Bakelse mensen hadden spellen naar de sporthal gebracht. Er waren nog twee sportverenigingen die serieus hadden nagedacht over activiteiten voor de gasten; jammer dat dat niet gelukt is. Het was te wijten aan de vele regen is en aan het gebrek aan sportspullen bij de vluchtelingen. Ten slotte, morgen geeft Musis Sacrum een afscheidsconcert. Overigens zag ik ook elders in het dorp de gevolgen van de kost van de vluchtelingen. Bij Fitness no. 1 keken piepjonge leerlingen van de Bakelaar hun ogen uit toen ze daar kwamen gymen.
Ik denk dat we ons als dorp van de goede kant hebben laten zien. Dat spoelt een deel van de slechte smaak weg die ik overhield van de trouble rond de plannen voor het AZC. Mogelijk kunnen en moeten we in de toekomst vluchtelingen een meer blijvend onderdak bieden vanwege het aannemen van de Spreidingswet. Een belangrijke voorwaarde lijkt mij dat de getalsmatige verhouding inwoners vluchtelingen redelijk is. Ongeveer zoals ze het in Deurne willen regelen.